3. Recordweergave
Door op een record te klikken in de lijstweergave kom je in de recordweergave terecht.
In de recordweergave zijn velden te vinden die je kan invullen. Ook zijn er per record verschillende secties die verband houden met het gekozen record.
Bovendien zijn er buttons beschikbaar in de recordweergave waarmee je een snelle handeling kan uitvoeren ten opzichte van het record.
Tenslotte is er nog een snelmenu beschikbaar waar handige opties te vinden zijn.
Zie het voorbeeld van een recordweergave van een offerte in de screenshot hieronder:
- Links in de recordweergave zijn de verschillende secties te vinden. Door op een sectie te klikken, wordt je gelijk doorverwezen naar de gekozen sectie.
- Rechtsboven is het snelmenu beschikbaar. Je hebt hier opties zoals het verwijderen en vergrendelen van een record, het opslaan en het uitprinten van een voorbeeld record.
- De plaats van velden in de recordweergave zijn gebaseerd op een kolom- en ordernummer. Het veld project bevindt zich bijvoorbeeld in kolom 2 en order 3.
Ook zijn er dit record van een offerte buttons beschikbaar:
- Door op de button 'geaccepteerd' te klikken, accepteer je de offerte. De status van de offerte zal wijzigen.
- Door op de button 'dupliceer' te klikken, dupliceer je de offerte. De offerte zal worden gekopieerd in een nieuwe offerterecord.
- Door op de button 'afwijzen' te klikken, wijs je de offerte af. De status van de offerte zal wijzigen.
4. Module
De data uit verschillende modules is binnen secties in andere modules inzichtelijk. Bijvoorbeeld bij een klant zal de aangemaakte data van een contactpersoon zich ook moeten tonen bij het aanmaken van een offerte aangezien dit de contactpersoon is die bij de offerte hoort.
Hieronder een voorbeeld dat in de module 'contact' deze persoon ook in de module 'offerte' inzichtelijk is.
5. Secties
Per module zijn er verschillende secties beschikbaar. Deze secties kunnen aangepast worden naar gewenste volgorde en labelnaam.
Ook zijn er verschillende type secties beschikbaar met elk eigen kenmerken en toepassingen.
Zie hieronder verschillende voorbeelden van type secties.
Een veldsectie: dit is de meest voorkomende sectie. Hier staan alleen velden in.
Een bijlagesectie: In deze sectie is het mogelijk om bijlages toe te voegen. Bijvoorbeeld een offerte of een factuur.
Een mediasectie: In deze sectie is het mogelijk om media te plaatsen. Bijvoorbeeld foto's van uitgevoerd werk.
Een communicatiesectie: in deze sectie is het mogelijk om communicatie betreffende het record terug te vinden.
Een sectie voor gerelateerde records: in deze sectie is het mogelijk om bijvoorbeeld snel een werkbon te selecteren die is gekoppeld aan een factuur, project of offerte.
Deze komen meestal voort uit een gerelateerd record. yellowQ herkent welk record bij het bepaalde record hoort en koppelt deze hieraan.
Hieronder een voorbeeld van een sectie met werkbonnen die gerelateerd zijn aan een klant:
Een contactensectie: In deze sectie is het mogelijk om te bekijken wie het contactpersoon is van een bepaalde werklocatie. In het bijvoorbeeld is dit het contactpersoon van een installatie.
Een notitiesectie: in deze sectie is het mogelijk om notities toe te voegen aan een record.
6. Velden
In de velden staan veel informatie over de modules en records. Deze velden kun je handmatig invullen maar er zijn ook andere opties hiervoor.
Er zijn veel typen velden die hieronder toegelicht zullen worden:
6. 1 Type velden
- Tekstveld: in dit veld kun je invullen wat je wilt, tekstueel en/of numeriek.
- Groot tekstveld: dit is een groter tekstveld dan een normaal tekstveld. Deze wordt meestal gebruikt voor het invullen van werkzaamheden of opmerkingen.
- Dropdown: dit is een veld die verschillende keuzes aanbiedt en waar je niet handmatig iets in kan vullen.
- Valuta veld: in dit veld worden de ingevulde cijfers omgezet naar een valuta.
- Decimaal veld: in dit veld worden de cijfers omgezet naar een decimaal getal.
- Checkbox: de checkbox kun je aanvinken als een waarde waar is of als je wil dat er iets gebeurt bij het aanvinken of uitzetten van de checkbox.
- Datumveld: in dit veld is het mogelijk om een datum en tijd te selecteren.
- Numeriek veld: in dit veld is het alleen mogelijk om nummers in te voeren.
6.2 Label
De label is de naam van een veld die functioneel wordt gebruikt en wordt getoond aan de user. De label niet verdwijnt als je wat invult in het veld.
Zie in het screenshot hieronder voorbeelden van labels:
6.3 Veldopties
Ook zijn er verschillend opties voor velden. Zo kan je een veldje verplicht maken zodat deze ingevuld moet worden of een veldje blokkeren zodat deze niet ingevuld kan worden.
Ook kan er een veld worden verstopt (hiden). Dit gebeurt vaak als je niet wil dat medewerkers een bepaald veld mogen zien.
- Dit is een verplicht veld, gekenmerkt door de rode lijn en het uitroepteken wanneer je dit veld niet vult en probeert op te slaan.
- Dit is een geblokkeerd veld, gekenmerkt door de lichtgrijze kleur.
6.4 Standaard waarde
De standaard waarde van een veld is de waarde die er al standaard instaat bij het aanmaken van een record.
De waarde wordt meestal vastgezet omdat dit een verplicht veld is of omdat het veld altijd deze waarde moet hebben.
6.5 Minimale en maximale waarde
Een veld kan ook een minimale en een maximale waarde hebben. Dit kan bijvoorbeeld een numeriek veld zijn waar je alleen cijfers tussen de 1 en 500 mag invullen.
Een tooltip is een tekstbalkje dat je aan een veld kan toevoegen.
Dit kan uitleg zijn van wat er in het veld komen te staan of wanneer dit veld ingevuld moet worden.
6.7 Geavanceerde opties
Bij yellowQ kun je ook gebruik maken van geavanceerde opties binnen de velden.
Een related field copy is hier een voorbeeld van. Dit veld kopieert automatisch de waarde van een veld naar een ander veld.
Dit is handig wanneer je bijvoorbeeld per module twee keer dezelfde klant hebt. Hierdoor hoef je het veld maar één keer in te vullen en gaat het bij de volgende module vanzelf wanneer je de klant gespecificeerd hebt.
Een ander voorbeeld van een geavanceerd optie is een primair en secondair resultaatveld. Dit veld laat in plaats van de naam ook nog een andere waarde van het onderliggende record zien.
Bijvoorbeeld de bedrijfsnaam en daaronder dan de locatie van het bedrijf.
Zie het screenshot hieronder voor een voorbeeld: